Vaccinaties


Griep, Tetanus en Rhinopneumonie behoren tot de ziekten waar tegen elk paard een basisbescherming dient te hebben. De jaarlijkse vaccinatie bestaat uit Griep en Tetanus, tegen Rhinopneumonie dient uw paard idealiter halfjaarlijks gevaccineerd te worden. Drachtige merries dienen op de 5e, 7e en 9e maand van de dracht geboosterd te worden om de kans op abortus aanzienlijk te verlagen. 



Mogelijke extra-vaccinaties:

- Schimmelvaccinatie (Insol): Voor de behandeling van schimmelschimmel is het nodig om minimaal 2 keer te vaccineren met een tussentijd van 14 dagen. Op dat het paard daarna beschermd zou blijven dient er elke 9 maanden een booster gegeven te worden. Er zijn gevallen bekend van paarden die een forse entreactie krijgen na vaccinatie met Insol. Zij hebben bijvoorbeeld erg veel last van zwelling en pijn op de plaats van de injectie of krijgen hoge koorts. Om die reden wordt er bij schimmel meestal eerst gekozen voor behandeling met imaverol dat arbeidsintensiever is, maar veel minder bijwerkingen heeft. Pas als het wassen met imaverol niet werkt of als de schimmel zich blijft verspreiden door de stal wordt er gekozen voor vaccinatie.

- Droes: is een zeer besmettelijke ziekte door bacterie Streptococcus equi subspecies equi. Besmette paarden hebben een verhoogde temperatuur, zwellingen en/of abcessen van de lymfeknopen, slijmerige en etterige neusuitvloei, hoesten en benauwdheid. Vooral jonge paarden lopen een verhoogd risico op. Paarden kunnen vanaf een leeftijd van 6 maanden gevaccineerd worden. De basisvaccinatie bestaat uit twee vaccinaties met een interval van vier weken. In geval van een droes uitbraak, levert een herhalingsvaccinatie 3-6 maanden na de laatste vaccinatie, een snel herstel van de immuniteit op.